VinoTip

VINOTIP ACCOUNT:

REGISTREREN
INLOGGEN

Champagne

Gebied en naam 
Champagne is een mousserende wijn uit de gelijknamige streek in Frankrijk. Mocht deze mousserende wijn uit een ander deel van Frankrijk komen, dan wordt deze Crement genoemd. Wat deze wijnen zo belangrijk maakt is de manier waarop ze de mousserende eigenschap krijgen. Een beroemde monnikDon Pérignon is eind 17de eeuw begonnen met deze traditionele wijze (Méthode traditionelle). Bij het maken van deze mousserende wijn laten ze namelijk de tweede gisting van de wijn in de fles zelf plaats vinden waardoor de bubbels ontstaan. Dit is een behoorlijk kostbare en tijdsintensieve manier van bereiden. Er kan ook gekozen worden om de gisting in een aparte gesloten tank plaats te laten vinden en deze later toe te voegen aan de wijn, dit heet Méthode Charmat. Een veel voordeligere manier is om simpelweg koolzuurgas op te lossen in de wijn zoals ze ook doen bij limonade, dit is volgens de Méthode Gazéifié.

Vinificatie (Méthode traditionnelle)
Champagne wordt gemaakt van zowel witte als rode druiven. Er zijn er 6 toegestaan, waarvan er 3 het meeste gebruikt worden. Het meest gebruikte witte druiven ras is de Chardonnay druif en van de blauwe druiven is het de Pinot Noir. Druiven rassen als Pinot blanc, Arbane en Petit Meslier worden het minst gebruikt.


De meeste champagnes zijn wit, maar er is tegenwoordig ook behoorlijk wat rosé op de markt. Hoe dan ook zijn de meeste champagnes dus een mix van zowel witte als blauwe druiven. Sommige zijn gemaakt van alleen witte druiven maar dat staat dan op het etiket vermeld als ‘blanc de blanc’ en voor blauwe druiven heet dit ‘blanc de noir’.

Het plukken van de druiven gebeurt vaak nog met de hand. Vooral bij de blauwe druiven is het belangrijk aangezien kneuzingen in deze druiven ervoor kunnen zorgen dat de champagne rood gaat kleuren in plaats van wit. Na het plukken worden de druiven direct geperst en gegist waardoor er een droge basis wijn ontstaat. Als deze basis wijn uit 1 jaartal komt, dan noemt men dit milésime, maar worden er verschillende wijnen (blend) uit verschillende jaartallen gebruikt dan noemen ze het cuvée. Als laatst wordt er een beetje liqueur du tirage (een mengsel van rietsuiker) toegevoegd en de fles wordt met een tijdelijk dop afgesloten. Binnen 8 tot 10 weken begint de gisting in de fles (prise de mousse) wat voor bubbels zorgt.
 

De champagne wordt weggelegd voor minimaal 15 maanden (60 dagen) als er geen jaartal vermeld wordt op het etiket. Als er wel een jaartal op de fles staat vermeld dan is de champagne minimaal 3 jaar bewaard/gerijpt. Na dit rijping proces wordt de fles een bepaalde tijd schuin met de hals naar beneden gelegd en wordt de fles steeds een halve slag gedraaid. Hierdoor zakken de verontreinigingen van deze gisting in de fles naar de hals, dit proces noemen ze remuage. Hierna begint het degorgeren, hierbij wordt de hals van de fles ingevroren en de tijdelijke kurk machinaal verwijderd. Door de druk van de koolzuur schiet het bevroren deel met de verontreiniging uit de fles. Nu wordt de rest van de champagne aangevuld met een andere wijn, deze wijn bepaald ook meteen de zoetheid van de champagne (liqueur d'expédition). Nu gaat de champagne voor de laatste keer rusten en wordt er gecontroleerd of deze niet nog een keer gaat gisten in de fles.
 

De zoetheid van champagne
Bij de laatste stappen van het maken van de Champagne (Méthode traditionelle) wordt de zoetheid bepaald. Dit kan bijvoorbeeld door een andere zoetere wijn aan de champagne toe te voegenDe verschillende manieren van deze bereiding staat duidelijk op het etiket vermeld:

Extra-brut - Dit type champagne wordt ook wel brut rosé, brut nature, ultra brut, brut zéro en brut intégral genoemd. Er is geen liqueur d'expédition toegevoegd en bevat van nature minder dan 2 gram per liter restsuiker.

Brut - Maximaal 1 tot 1,5% suiker door toevoeging van liqueur d'expédition.

Brut sans millésime - Dit is een brut zonder jaartal en is het visitekaartje van elk champagnewijnhuis. Commercieel gezien is dit meestal 80% van de omzet per wijnhuis.

Sec - Iets minder droog dan brut.

 


Demi-sec
 - Het is een halfdroge champagne met een suikergehalte van 33 tot 50 g/l. Vanwege dit suikergehalte past deze champagne goed bij desserts.

Doux - Het suikergehalte van deze zeldzaam geworden champagnes is hoger dan 50 g/l. Deze champagnes zijn zeer zoet. 

Het ontkurken en serveren
Omdat er veel druk op de fles kan staan door de koolzuur zit op de champagnefles altijd de bekende champignon vormige kurk. Deze vorm ontstaat omdat de kurk eerst wordt samengeperst en dan voor twee derde deel in de fles wordt gestopt. Uiteindelijk zal de kurk weer uitzetten. Buiten de fles gebeurt dit natuurlijk het meeste, in de hals wordt de kurk dan gevormd door de fles. Om nog extra zeker te zijn dat de kurk niet van de fles afschiet, wordt er een stuk ijzerdraad omheen gezet, het muselet genaamd.

Bij het openen van de champagne moet het muselet natuurlijk als eerst eraf gehaald worden. De lus dient in 6 slagen (geluksnummer) los gedraaid worden. Als de fles goed koel is bewaard en niet teveel is geschud, kan je de kurk rustig heen en weer bewegen en zonder een knal van de fles los maken. Het beste is als je alleen maar een beetje gesis hoort. Een knal kan er namelijk voor zorgen dat de champagne een klap krijgt en gaat schuimen. Dit zorgt niet alleen voor een rommel omdat de champagne waarschijnlijk uit de fles spuit, maar ook dat het koolzuur verdwijnt. Bij het inschenken kan je het glas beter wat kantelen, net als bij het inschenken van pils. Dit zorgt ervoor dat het minder gaat schuimen.

Wat is VinoTip